Mannenoorlog

Naar aanleiding van de nieuwe oorlogsfilm Bankier van het verzet geeft De Volkskrant (8.03.’18) een overzicht van in totaal dertien eerder verschenen Nederlandse oorlogsfilms. Hieronder ook de in 1978 verschenen film van Wim Verstappen Pastorale 1943. De film wordt gekenschetst als een film die waarschuwt voor het ‘romantisch beeld over de oorlog’. De film ‘gaf ons de verzetsklungels: mannen die niet echt weten waarmee ze bezig zijn, maar hun daden wel rechtvaardigen in pompeuze bijeenkomsten.’ De dorpsapotheker en NSB’er Poerstamper moet eraan, ook al blijkt hij niet de boel te hebben verraden.

De redactie meldt in een kader dat de teller van Nederlandse oorlogsfilms in totaal nu op zo’n vijfentwintig staat. De Tweede Wereldoorlog is zo om de twee à drie jaar goed voor een nieuwe oorlogsfilm. Opvallend is dat geen van de tot nu toe verschenen films geregisseerd is door een vrouw. De Nederlandse oorlogsfilm is kennelijk een ‘mannenoorlog’.

WvW, 8 maart 2018

Terug omhoog

Vrouw tussen vier mannen

´Tragisch en toch liefdevol; een biografie die leest als een sprookjesachtige meisjesroman.’ Zo opende Hanneke Groenteman onder grote belangstelling op 1 maart de presentatie van de biografie Henriëtte van Eyk; vrouw tussen vier mannen. De ondertitel is een subtiele verwijzing naar Vestdijks oerboek Kind tusschen vier vrouwen. Simon Vestdijk is de vierde man in het leven van Henriëtte van Eyk, voor wie zij een grote liefde koesterde.  Het loopt weer niet goed af.

Het schrijven van de biografie duurde veel langer dan Aukje Holtrop gepland had. Zij heeft, zo onthulde haar redacteur Wil Hansen, lang geworsteld greep te krijgen op de werkelijkheid van de relatie tussen Jet en haar minnaar Simon Vestdijk. Er groeide bij haar een aversie tegen het uitblijven van verantwoordelijkheid van Vestdijk en zijn gebrek aan emotie. Ook de relatie met de andere mannen zit vol tragiek, haar vader, haar echtgenoot De Nève en haar broer. Maar de biografie blijft ondanks alle tragiek licht en meeslepend, niet deprimerend.  Ook waardeert Aukje Holtrop Van Eyk als schrijfster: ze was vooral goed in korte verhalen, goed in het hanteren van de lichte ironie.

WvW, 2 maart 2018

Terug omhoog

Lucebert en Vestdijk

Er is veel aandacht voor de biografie van Lucebert. Toch beklaagt Hazeu zich dat bijna alle aandacht uitgaat naar de ‘foute’ brieven die de jonge Lucebert vanuit Duitsland schreef naar zijn vriendin Tiny Koppijn. Tachtig procent van de biografie gaat over andere zaken.

Verwonderlijk is de focus op de brieven niet, want de inhoud van de ruim vijftig brieven zijn schokkend, bevatten groot nieuws en roepen vragen op over Lucebert en in relatie daarmee over zijn kunstenaarschap. Zijdelings werpt de onthulling weer licht op de affaire Bertus Aafjes die in 1953 kritiek uitte over Luceberts poëzie waarin hij ‘de SS’ ontwaarde.

In het personenregister komt Vestdijk acht keer voor. Maar zijn Voor en na de explosie blijft onvermeld. Begrijpelijk want uitgerekend ‘de keizer der vijftigers’ ontbreekt hierin. Wel vermeldt Hazeu dat de jonge Lucebert als hij in Duitsland werkzaam is met bewondering Ludwig Tügel leest; uitgerekend de roman die door Vestdijk in 1941 is vertaald: Sankt Blehk.

Op 1 maart 1951 is er een ‘Podumavond voor dichters’, waarvoor veel dichters zijn uitgenodigd  voor te dragen uit eigen werk, behalve Lucebert en Campert, ook Achterberg en Vestdijk. De laatsten lieten het afweten, de aanwezige Achterberg stoort zich zelfs zo aan de voordracht van Lucebert dat deze de zaal heeft verlaten.

In Vrij Nederland van 12 september 1987 zijn 20 schrijvers gevraagd een leeslijst samen te stellen van tien titels, een soort korte canon, voor scholieren. Onder hen Fens, Van Dis, en Maarten ’t Hart. ‘Aanbevolen werd vooral Vestdijk, Slauerhoff, Reve en Elschot’, schrijft Hazeu. De enige die een dichtbundel van Lucebert  (Val voor vliegengod ) voor de leeslijst aanbeval was Wim de Bie.

Hazeu onthoudt zich van commentaar; als biograaf van Vestdijk èn van Lucebert zal hij er met gemengde gevoelens gewag van hebben gemaakt…

WvW, 19 februari 2018

Terug omhoog

Niet Hella, maar Yvonne!

Yvonne Keuls onthult in haar zojuist verschenen Zoals ik jou ken, ken jij mij dat Vestdijk haar heeft uitverkoren om zijn roman De koperen tuin te dramatiseren voor televisie. In haar boek over haar hechte vriendschap met Hella Haasse en dat gebaseerd is op haar dagboekaantekeningen, vertelt ze dat tijdens een korte opleving in zijn depressie en betrekkelijk kort voor zijn dood via Mieke Vestdijk de schrijver de voorkeur gaf aan Yvonne boven de Vestdijkkenner Hella Haasse. Haasse schreef op dat moment al essays over Vestdijk en gaf inleidingen over de door haar bewonderde schrijver. Zijn voorkeur voor Yvonne Keuls kwam voort uit haar bewerking van De boeken der kleine zielen die hij op de televisie had gezien. Hella Haasse bleef wel als vriendin van Yvonne op de achtergrond een rol spelen.

Overigens was het na deze toestemming nog lang geen gelopen race, want bij de NCRV bestonden bezwaren tegen het uitbrengen van Vestdijks lievelingsroman op het publieke net, omdat hij een ‘depressieve atheïst’ was. De kwestie sleepte jaren: pas toen hoofd drama van de NCRV, Wim Hazeu dreigde met op te stappen werd de weerstand gebroken!

WvW, 17 februari 2018

Terug omhoog

Hazeu, biograaf van beroep

Met ‘Lucebert’ heeft Wim Hazeu zijn zesde biografie geschreven. Hij maakte er zijn beroep van, geen beroep waarvan je kunt leven. Tegenover Onno Blom onthult hij dat zijn kleinzoon berekend heeft dat de biografieën ‘15 cent bruto per uur’ hebben opgeleverd. (Volkskrant) Veel aandacht levert het wel op en de biograaf gaf in media interviews waarin hij zijn keuzes en werkwijze heeft toegelicht.

Zo is hem gevraagd waarom het allemaal mannen zijn die hij biografeerde? Dat is toeval, geen bewuste keuze. Vrouwen waarover hij een biografie had willen schrijven waren al ‘bezet’ door een andere biograaf. (HP/De Tijd) Hazeu waakt voor de valkuil ‘hagiografie’ te bedrijven: ‘Bewondering is voor mij alleen aanleiding. (…) Ik verkondig geen boodschap. Ik schrijf een levensverhaal, met alle angels en voetklemmen van dien.’ Wel maakt hij graag gebruik van ‘een talisman tijdens zijn werk. Nu had hij een ‘pijp van Lucebert, zoals hij ‘van Mieke Vestdijk een sigarenschaartje van haar man kreeg’. (Volkskrant)

Hazeu wist al heel lang dat hij een biografie over Lucebert zou schrijven. ‘Ik heb als voorwaarde dat ik die persoon niet persoonlijk goed ken. Dat is zo met de biografie van Vestdijk, Slauerhoff, Toonder, Achterberg. Ik ben bang dat het anders te autobiografisch wordt.’ (Trouw)  Wel zijn het allemaal ‘helden uit zijn pubertijd’, een liefde die geboren werd in de lessen Nederlands op de middelbare school. (Volkskrant)

De biografieën van Hazeu bevatten lange lijsten met geïnterviewden. Dat is nodig: Hazeu spreekt ‘nooit de persoon zelf, want ik schrijf alleen biografieën over mensen die dood zijn. Anders is het geen levensverhaal. De dood speelt toch wel een rol in het leven van de mens. Ik moet getuigen zien te vinden uit het leven van de kunstenaar.’ Hij schuwt geen enkele taboe, maar wilde voor de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde niet schrijven over seks, dat vond hij ‘vulgair populisme’. ’ Natuurlijk behoudt hij zijn ‘respect voor de kunstenaar, maar ik ga niets verzwijgen. Zelfcensuur is het ergste wat een biograaf zichzelf kan aandoen. Je kunt beter je onderwerp verraden dan jezelf.’ (HP/De Tijd)

Na de vondst van de ruim 50 brieven waarin de jonge Lucebert zijn nazistische en antisemitische gezindheid uitte, heeft Hazeu overwogen zijn boek ‘helemaal niet te publiceren, maar dan had ik als biograaf zelfmoord gepleegd.’ Maar erkent dat hij ‘het liefst had gehad dat ze nooit hadden bestaan.’ (Volkskrant)

HP/De Tijd, 2 juni 2017, interview Nico Hofstra
De Volkskrant, 8 februari, interview Onno Blom
Trouw, 8 februari, interview, Meindert van der Kaaij

WvW, 9 februari 2018

Terug omhoog

Kalender: Actueel

maart 2025
M D W D V Z Z
« feb    
 12
3456789
10111213141516
17181920212223
24252627282930
31  

Categorieën