Is poëzie dood of levend?

Kila van der Starre heeft in het kader van haar promotieonderzoek voorafgaand aan de ‘Nacht van de Poëzie’ een deelonderzoek uitgebracht over De poëzie in Nederland. Het betreft een kwantitatief onderzoek naar de poëziebeleving onder volwassen Nederlanders.

Nederlanders denken bij poëzie vooral aan ‘institutioneel erkende’ poëzie. Teksten die minder erkenning genieten als poëzie zijn echter wel bekender.  Nagenoeg iedereen (97%) komt in aanraking met poëzie. De meest voorkomende manier is tijdens een speciale gelegenheid zoals een huwelijk, uitvaart of speech. Ook in openbare ruimten of via media komt menige Nederlander spontaan in aanraking met gedichten. Mensen lopen er meestal ‘zomaar’ tegenaan. buiten het boek om. Het individueel lezen van een gedichtenbundel komt minder vaak voor. De belangrijkste reden om poëzie te ervaren is om ‘geraakt’ te worden. Mensen waarderen het aan het denken gezet te worden.

WvW, 26 september 2017

Terug omhoog

Joep Leerssen onderzoekt canonvorming

Joep Leerssen is hoogleraar Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In september is hij begonnen aan een fellowship bij de Koninklijke Bibliotheek en het Netherlands Institute for Advanced Studies om onderzoek te doen naar de ‘nationale canonvorming in het Nederlandse culturele zelfbesef’.

Hij richt zich op de vraag hoe de nationale canon wordt gevormd. Hij zal onder meer Delpher en de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren gebruiken om een ‘citatie-index van de Nederlandse letteren en cultuur op te stellen. Wie recenseerde wie, wie droeg werk op aan wie, welke personen kregen een standbeeld, naar wie zijn straten vernoemd. Leerssen wil de dynamiek van de canonvorming zichtbaar maken.

De opdracht loopt tot 31 januari 2018; het resultaat van zijn onderzoek zal bekend worden gemaakt in een publieke lezing.

WvW, 26 september 2017

Terug omhoog

De beste school van Nederland

Roelof Bouwman en Henk Steenhuis staan stil bij de in 1864 door Thorbecke bedachte hbs die in 1968 verdween uit het Nederlandse onderwijsbestel. De laatste hbs’ers gaan met pensioen. De auteurs zien met weemoed, maar vooral met trots terug op ‘de beste school van Nederland’(ondertitel) in Wij van de hbs.

In een apart hoofdstuk besteden zij aandacht aan hoe de hbs literatuur werd. Vooral Terug tot Ina Damman krijgt aandacht, maar ook twee andere romans van Vestdijk: Zo de ouden zongen, en De ziener. Ook andere Nederlandse schrijvers, zoals Mischa de Vreede en Cissy van Marxveldt worden besproken, maar bij Vestdijk werd de hbs ‘literatuur’. De enige die hem ‘naar de kroon stak’ was Bordewijk.

WvW, 17 september 2017

Terug omhoog

Een favoriete roman van Theo Sontrop

Op 3 september overleed op 86-jarige leeftijd Theo Sontrop, die in 1972 als directeur aan het roer kwam te staan van de Arbeiderspers. Naar aanleiding hiervan stelde antiquariaat Hinderickx & Windericks  een ‘In memoriam-Sontrop-lijst’ samen. Behalve dichtbundels van de dichtende uitgever zelf, bevat de lijst ook favoriete boeken van Sontrop. De roman De nadagen van Pilatus  (Nijgh & Van Ditmar, eerste druk, 1938) is in de lijst als volgt opgenomen: ‘Sontrops favoriete Vestdijkroman, uiteraard met name vanwege de antichristelijke strekking. Geen toeval dus dat het boek later bij AP werd herdrukt.’

WvW, 15 september 2017

Terug omhoog

De canon deugt niet

Zondag 10 september was Maarten ´t Hart te gast in VPRO-Boeken. Als vanouds joeg hij de feministen weer op stang (‘Het feminisme bestaat niet meer. Het is overbodig geworden’). Hij kon zich nog wel boos maken over het christendom, want ‘dat is nog lang niet verslagen.’

Aanleiding voor het gesprek met de schrijver vormde zijn bij de Arbeiderspers verschenen nieuwste boek De wereld van Maarten ’t Hart. Een door hem samengestelde bloemlezing uit zijn essays over natuur, literatuur, religie en muziek.  De bloemlezing is aangevuld met vier nog niet eerder verschenen essays, waaronder twee muziekessays. In dat over Mahler komt Vestdijk nog even langs. In het tv-gesprek ging de aandacht vooral uit naar het opmerkelijke afsluitende essay: ‘Het monsterverbond van tijd en toeval.’

De schrijver is bezorgd over de canon in de Nederlandse literatuur. Hij vindt die ‘een rommeltje’. In het essay zegt hij: ‘De canon is niet vanzelfsprekend. Onze klassieken zijn ad hoc klassieken.’ Als voorbeeld wijst hij op het ontbreken van Robbers. Die verdween uit de canon toen de familieroman uit de mode geraakte, maar Couperus dan, en Mulisch met zijn De ontdekking van de hemel? Gealarmeerd door Mieke Vestdijk toog Maarten naar de boekhandel om vast te stellen of Vestdijk nog verkrijgbaar is. ‘Eerlijk gezegd, viel het mij nog mee’, want een enkele titel kon nog besteld worden. In de schappen staat hij niet meer. Zijn conclusie staat: ‘De tijd als een universeel criticus is onbetrouwbaar’. Dat zegt hij in navolging van het ‘waarste bijbelwoord’, te vinden in Prediker 9 vers 11… Daar begint het essay dan ook mee!

WvW, 10 september 2017

Terug omhoog

Kalender: Actueel

maart 2025
M D W D V Z Z
« feb    
 12
3456789
10111213141516
17181920212223
24252627282930
31  

Categorieën