Pfeijffer ruimhartig voor Vestdijk

pfeijffer

De Nederlandse poëzie is een bloemlezing rijker. Ditmaal heeft Ilja Leonard Pfeijffer met zijn ‘1000 en enige gedichten’ Komrij overtroffen. In 1483 bladzijden heeft hij bijna 1400 gedichten verzameld uit de twintigste en eenentwintigste eeuw. Vestdijk scoorde in ‘Komrij’ met 5 gedichten, het maximale aantal. Pfeijffer heeft elf gedichten van Vestdijk geselecteerd. Het zijn Zelfkant, Het sonnet, De ontmoeting, drie gedichten uit Fabels met kleurkrijt, I, IV en X, De uiterste seconde, De keuze van Paris, Vader en zoon, De oude molen, Het lied der Pyramiden.

Hierbij valt op dat Pfeijffer zeven keer (zie gecursiveerde gedichten) Vestdijks keuze volgt in zijn eigen bloemlezing Een op de zeven.

*Ilja Pfeijffer, De Nederlandse poëzie van de twintigste en eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, 2016

WvW, 4 december 2016

Terug omhoog

In goed gezelschap

weijts-het-valse-seizoen

Rob Schouten schrijft in Trouw, 26 november 2016, zeer lovend over de jongste roman van Christiaan Weijts, Het valse seizoen. In zijn recensie ‘Mooie meisjes, mooie muziek. Schoonheidsaanbidder Weijts bouwt zesde roman op als een symfonie’ spreekt hij van “een zorgvuldig gecomponeerd boek, opgezet als een symfonie in vier delen, meerstemmig verteld door drie personages (…)” De loftuitingen vliegen de lezer om de oren: “met zijn elegante pen”,  “met de grootst mogelijke verfijning en filosofische diepgang”…

De roman bestaat uit een groot aantal contrasterende thema’s, zoals dionysisch versus apollinisch. En Weijts “doseert het allemaal heel fijntjes, in een prachtige stijl (…)” Wel vraagt Schouten zich af of allerlei trucjes en subtiliteiten wel aan de minder-muzikale lezers besteed zijn. En hij besluit zijn lofrede met deze zinnen: “Het valse seizoen is (…) een rijke, klassieke roman, die aan grootmeesters als Thomas Mann en Simon Vestdijk doet denken, ver van alle populistische behaagzucht. Geen Music for the Millions, maar misschien wel voor een uitgelezen schare.”

Vestdijk bevindt zich in goed gezelschap – Weijts ook, trouwens.

RJ, 1 december 2016

Terug omhoog

Verstappen in het spoor van Vestdijk (2)

verstappen-analyses

Vestdijk heeft veel betekend voor de cineast Wim Verstappen (1937-2004). Dit kwam duidelijk naar voren tijdens het in 2015 georganiseerde symposium Vestdijk en de film. Uit het nu bij Scorpio Press verschenen boek Analyses op de montagetafel blijkt dat de filmmaker ook in andere opzichten zich in het spoor van Vestdijk bevond. Naast regisseur en scenarist ontpopte Verstappen zich als een scherp analyticus en begenadigd essayist. Bovendien schreef hij in januari 1964 in het blad Skoop een artikel over Vestdijk als cineast. Hierin is Verstappen gefascineerd door Vestdijks opvatting over de antithese tussen roman en film. Verstappen neemt deze antithese tot ‘leidmotief’ voor analyses van filmklassiekers die eveneens in het blad Skoop zijn verschenen. De verscheidenheid van de 24 gebundelde analyses is groot; de inhoud ‘een oase van filmkennis, die van alle tijden is’, zo merkt Den Drijver in een verhelderend en kaderstellend voorwoord op.

Veel van de besproken films waren al ‘klassiekers’ toen Verstappen ze ‘op de montagetafel’ legde (Psycho, À bout de souffle, Pantserkruiser Potjomkin), maar hij besprak ook premièrefilms (All the President’s Men, Fatal  Attraction en Turks Fruit). Een bijzondere analyse maakte Verstappen van zijn eigen film Pastorale 1943. Hierin zet Verstappen a.d.h.v. 51 shots uiteen Waarom Vestdijk niet letterlijk kon worden verfilmd. Vestdijks antithese tussen roman en film komt daarbij goed van pas.

Wim Verstappen: Analyses op de montagetafel, Scorpio Press Amsterdam, 478 pag.

WvW, 1 december 2016

Terug omhoog

Lezing Roeland van Wely: ‘De Vuuraanbidders of De Führeraanbidders?’ over de roman De vuuraanbidders van Simon Vestdijk

imgp0428

12 januari 2017, 19.00-21.00 uur én nieuwjaarsborrel in de pauze
Plaats: studiecentrum Amsterdam,
Amstelveenseweg 390, 1076 CT, Amsterdam
Aanmelden bij:
Homo Ludens
Deelname niet-leden: kosten € 5,-

Tijdens de oorlog werd de Nederlandse schrijver Simon Vestdijk (1898-1971) door de Duitse bezetter geïnterneerd in Sint-Michelgestel. Om vrij te komen vertelt Vestdijk zijn cipiers dat hij een voor de Duitse cultuur belangrijke roman aan het schrijven was. Uiteindelijk laat de bezetter de Nederlander dan ook gaan. Vestdijk voltooit zijn roman met als titel De Vuuraanbidders nog tijdens de oorlog. Ogenschijnlijk is het een spannende avonturenroman dat zich deels afspeelt in het Duitsland ten tijde van de Dertigjarige Oorlog. Maar is dat wel zo? In Vestdijks roman De Vuuraanbidders worden Duitse meisjes beschreven als zijnde donkerder. Van een Duitse officier wordt gezegd dat hij Spaans bloed in zich heeft. Voor de oorlog lijkt Vestdijk “The Group Mind” van de Britse psycholoog William McDougall (1871-1931) te hebben gelezen. McDougall stelde dat de Duitsers niet raszuiver waren. Wat probeert Vestdijk zijn lezers in De Vuuraanbidders nu eigenlijk te vertellen? Kunnen we het boek lezen als een daad van verzet?

Roeland van Wely studeerde psychologie aan de Leidse universiteit. Vervolgens studeerde hij aan de Open Universiteit. In 2015 behaalde hij daar zijn graad van Bachelor of Laws in Rechtsgeleerdheid en zijn graad van Bachelor of Arts in Algemene cultuurwetenschappen. Voor zijn bachelorscriptie voor Algemene Cultuurwetenschappen ontving hij onlangs de Ina Dammanprijs.

WvW, 16 november 2016

Terug omhoog

Mulisch kijkt vanuit ‘zijn land’ naar Vestdijk

mulisch-zijneigenland

In biografenland doet zich een nieuwe trend voor: de voorpublicatie. Zo bracht Robbert Ammerlaan een rijk geïllustreerd werk uit, waarin hij ‘geen biografie, geen literaire studie, geen poging [doet] om een groot en complex schrijverschap te analyseren’. Ammerlaan mag als biograaf van Harry Mulisch grasduinen in zijn huis aan de Amsterdamse Leidsekade. In het ‘literair laboratorium’ bevindt zich alles nog op dezelfde plek zoals Mulisch het achterliet. Ook zijn aantekenboekjes. Vanuit Zijn eigen land beziet Mulisch de wereld om zich heen en legt dat vast in aantekeningen. Zo ook over Vestdijk. In de publicatie zijn zeven waarnemingen over Vestdijk opgenomen. Een compilatie:

  • 1956 –  ‘Grote schrijvers en toch lelijk oeuvre (Vestdijk) (Meesterwerken niettemin)’ (p. 127)
  • Of er een verband is tussen hoeveelheid titels en voorkeur is ‘twijfelachtig, maar er staat veel Vestdijk, weinig Hermans en Reve’ (p. 299)
  • Mulisch  bewondert Vestdijk ‘lange tijd’, vond zijn essays ‘onovertroffen’, evenals De schandalen en De kellner en de levenden; noemt De redding van Fré Bolderhey ‘onbetaalbaar’. (p. 300).
  • 1987 – Lijstje met de beste romans sinds 1945: op 1 staat De redding van Fré Bolderhey, voor Reve op 2 met De avonden en Hermans op 3 met De tranen der acacia’s (p. 318)
  • 1986 – ‘Een oeuvre mag niet te groot zijn (Vestdijk, Claus, Voltaire) enz.). Reden: ‘dan begint men er niet meer aan’. (p. 319)
  • 1999 – Mulisch vindt dat al zijn boeken verschillend zijn, maar toch een geheel vormen. Anders dan bij Vestdijk bij wie al zijn boeken op elkaar lijken, maar geen eenheid vormen. (p.324)
  • Op 27-01-2001 noteert hij een curieuze gebeurtenis. Hij herleest De redding van Fré Bolderhey en vindt het nog altijd ‘een meesterwerk’. Hij herinnert zich hoe hij in 1970 als Vestdijk ernstig ziek is en al ‘op zijn sterfbed’ ligt, werd gebeld door Mieke Vestdijk voor een dringende mededeling. Mulisch gaat spoorslags naar Doorn en krijgt te horen dat Vestdijk hem ‘als zijn opvolger’ beschouwt; ‘niet Hermans of Van het Reve’.  (p.326).

WvW, 10 november 2016 (correctie 14-11-2016)

Terug omhoog

Kalender: Actueel

maart 2025
M D W D V Z Z
« feb    
 12
3456789
10111213141516
17181920212223
24252627282930
31  

Categorieën