Vestdijk bij Annie Schmidt

schmidt-gedundrukt

Bij uitgeverij Van Oorschot verscheen in een beeldschone uitgave een nieuwe bloemlezing uit het werk van Annie M.G. Schmidt, met als titel Die van die van u. De opzet is origineel: kinderversjes en gedichten en voor volwassenen wisselen elkaar af. In het gedicht De snob dankt de dichteres de hemel dat zij “niveau” heeft en zich daardoor onderscheidt van anderen. De vijfde strofe luidt:

Voor ik iets mooi vind, kijk ik om me heen,

Ik laat me niet ontroeren voor het safe is.

Vindt Simon Vestdijk het ook mooi? O, neen?

Dan weet ik dus al zeker dat het scheef is.

Het gedicht eindigt met de constatering: “Ik zou zo graag eens Hollands glorie lezen… maar mijn niveau laat dat volstrekt niet toe, dus moet het maar weer Joyce of Huxley wezen.”

FH, 17 december 2014

 

 

Terug omhoog

’t Hart, fictiefrictie en Anton Wachter…

Maarten_t_Hart_01

Frits Abrahams in NRC van 20 november 2014. Zijn column Fictiefrictie handelt over Maarten ’t Hart.  “In 2010 gebruikte hij [Maarten ’t Hart, RJ] het begrip fictiefrictie in deze krant voor het eerst. Hij legde toen uit waarom het boek Kleine dagen van Bernard Dewulf de Libris Literatuurprijs had gewonnen. Hij vond het een slecht boek en vermoedde dat het bekroond was omdat het non-fictie was te midden van fictie. “Zit je in een jury en moet je alsmaar fictie lezen, dan komt dat je al snel de strot uit.” Zelf had hij dat als jurylid van de Anton Wachterprijs ook meegemaakt. Hoorndol werd hij van alle verzinsels. De enige inzending waar hij nog van kon genieten, was een boek van PvdA-kamerlid Khadija Arib over haar integratie in Nederland.”

Maarten ’t Hart was op 8 november jl. als jurylid afwezig bij de prijsuitreiking van de Anton Wachterprijs 2014. Waarschijnlijk had hij het te druk met de promotie van de roman Een vlucht regenwulpen…

RJ, 25 november 2014

Terug omhoog

We dronken zeven bier in een kwartier

2010-over-gustav-mahler-half

Buwalda houdt van Mahler en van Vestdijk, zijn vriendin Suzy niet. In zijn wekelijkse column in de Volkskrant van 21/11 ‘Mahler, niet bang zijn, hij bijt niet.’ , onthult hij dat hij thuis Mahler beluistert na aanschaf van de Verzamelde muziekessays van Vestdijk. Deel 4 gaat helemaal over Mahler.  Op de chesterfield luistert hij naar Mahler 1, lezend in Vestdijk 1 ‘en verdomd, je kreeg dat stuk precies op tijd uit, deed Vestdijk het erom?’ Mahler, Vestdijk en Buwalda blijkt een perfecte mix: ‘De woonkamer steeg in elk geval op als een ufo. Van binnenuit verlicht zweefden we door de tijd, Vestdijks precieze, intelligente, analyserende zinnen aan het roer, de dwarse, betoverende orkestraties van Mahler vleugels en thermiek tegelijkertijd.’ En dat onder het genot van een goed glas wijn, want ‘thuis heette de sommelier  S. Vestdijk.’ Buwalda herinnert zich dat toen de Verzamelde muziekessays verschenen, hij zoon Dick Vestdijk ontmoette in de kroeg van de studentenvereniging Unitas. Dick ‘sloeg kennelijk de royalty’s  stuk.’ Hij trakteerde: ‘’Op Vestdijk, riepen we, en dronken zeven bier in een kwartier.’

WvW, 21 november 2014

Terug omhoog

Vestdijk waakte over Mulisch

werkkamer-mulisch

Daan Doesborgh heeft twee jaar geleden als student een inventarisatie gemaakt van de bibliotheek van Harry Mulisch. Hij telde 4198 boeken die overal in het huis aan de Leidsekade verspreid stonden, ook in zijn slaapkamer. In De boekenwereld 30/3 vertelt hij daarover. Boven Harry’s bed bevond zich een plank met boeken ‘die waren uitverkoren om over hen te waken’. Behalve Goethe, Rilke, Hölderlin en Plato, stonden alle romans van Vestdijk er. Er is echter een kanttekening: de boeken ‘leken haast onaangeraakt’.

Zou het dan toch waar zijn, toen Mulisch verklaarde andere schrijvers nauwelijks te lezen?

WvW, 1 november 2014

Terug omhoog

Wilmink, Van Deel en Vestdijk

zelportret in brieven-wilmink

Eind april 2014 verscheen Zelfportret in brieven van Willem Wilmink. Het boek werd in Wilminks favoriete stamkroeg in Enschede gelanceerd, waar hij vandaan kwam. Het is samengesteld door Vic van de Reijt en Wobke Wilmink en bevat een verzameling brieven die als geheel een aardig inzicht geven in het leven van Willem Wilmink. In enkele brieven brengt Wilmink Vestdijk ter sprake. Tegenover zijn collega docent Nederlands aan de Amsterdamse universiteit Tom van Deel schrijft hij op 27 juli 1984 het te begrijpen dat de dichter Hendrik de Vries Vestdijk aan een poes deed denken. Ook raadt hij Van Deel aan op Vestdijk te gaan promoveren op zijn pas verschenen bezorging van de nagelaten verhalen van Vestdijk in De grenslijnen uitgewist. Wilmink is van mening dat het ‘voor vakgenoten leerzaam’ zal zijn te vernemen ‘hoe je zoiets tot stand brengt.’ In een brief van 14 augustus 1986 aan Tom van Deel merkt Wilmink op dat Vestdijk in de praktijk niet altijd doet wat hij in theorie zelf aanhangt: in de vertaling van gedicht 182 van E. Dickinson vervangt Vestdijk een keer ‘functioneel halfrijm’ door eindrijm. In andere brieven aan vrienden noemt Wilmink Vestdijk twee keer als voorbeeld van medici ‘die grote schrijvers’ zijn geworden, maar wel met ‘een klinische blik.’

WvW, 29 oktober 2014

Terug omhoog

Kalender: Actueel

december 2024
M D W D V Z Z
« nov    
 1
2345678
9101112131415
16171819202122
23242526272829
3031  

Categorieën